Alterra rapport; wie helpt de herder?

Het langverwachte rapport van Alterra is uit. Het geeft een landelijk overzicht over de toestand van de traditionele schaapkuddes. De kuddes hebben financieel een moeizaam bestaan, het gemiddelde te kort per kudde komt neer op € 28.000,-.
De schaapskuddes worden structureel onderbetaald. Wel komt er meer samenwerking op gang. Staatssecretaris Van Dam gaat in gesprek met de provincies, terreinbeheerders en de sector zelf om te kijken hoe de financiële situatie te verbeteren is.

 

Financiële positie traditionele herders zwak

25 apr 2016 De Boerderij.

De financiële positie van traditioneel werkende herders is overwegend zeer zwak te noemen. Voor een typische kudde van 250 ooien in Zuid-Nederland is een exploitatietekort berekend van €28.600 op jaarbasis.
Dat schrijft Alterra Wageningen UR in onderzoeksrapport “Wie stuurt de herder?”. In Noord-Nederland is dit tekort bij toepassing van jaarrondbegrazing nog veel groter. Dit is vooral een gevolg van het hoge aandeel arbeidskosten. In Zuid-Nederland bedragen die 70% van de totale kosten en in Noord-Nederland ruim 80%.

De totale kosten worden niet goedgemaakt door de opbrengsten uit de verkoop van vlees, wol, vergoedingen voor het terreinbeheer, inclusief de provinciale subsidie daarop en subsidiebijdragen vanuit het gemeenschappelijke landbouwbeleid. Er is met name een onderbetaling voor cultuurhistorische waarden.

Falen van de markt

Een groot knelpunt hierbij is volgens de onderzoeker het falen van de markt als het gaat om juist die maatschappelijk gewenste diensten voor natuur en cultuurhistorie.

Een ander gesignaleerd knelpunt betreft de grote onzekerheid die herders ervaren bij het verwerven van de begrazingscontracten. Die zijn vaak maar van korte duur en bieden onvoldoende zekerheid bij investeringen.

Van Dam gaat kijken naar oplossingen

Staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) wil met de provincies en terreinbeheerders in overleg op een oplossing te zoeken te zoeken voor genoemde problemen. Hij erkent dat eerder genomen maatregelen als het invoeren van de graasdierpremie en een certificeringssysteem onvoldoende blijken om de positie van de gescheperde schaapskuddes structureel te verbeteren.